Atletiek (K7).
- De leerlingen kunnen verschillende afstanden afleggen in verschillende tempo’s
- De leerlingen kunnen verspringen en hoogspringen, waarbij ze gebruik maken van een bewust uitgevoerde techniek
- De leerlingen kunnen bij atletiek:
- conditie aspecten meten en de betekenis daarvan toelichten.
- (basis)kenmerken van training rangeren en toepassen
- zelfstandig oefen- en wedstrijdsituaties uitvoeren met inachtneming van veiligheidsvoorschriften.